31.7.12

Big

Big
Mireille Geus

Als ik een boek lees over een kind (de hoofdpersoon) dat wat heeft, dus niet helemaal normaal is, dan voel ik me alsof ik ziek ben. Dat is met dit boek ook. De hoofdpersoon is Dizzy. Ze wordt ook Lizzy genoemd omdat ze altijd zo dromerig is. Ze doet altijd hetzelfde; ze leunt tegen een lantarenpaal en staart naar spelende kinderen. Op een dag staat er tegen de lantarenpaal tegenover haar een ander meisje, Big. Ze wordt zonder dat ze het merkt gedwongen om vrienden te worden met haar. Het begint serieus te worden als ze echt slechte plannen met haar moet gaan doen, zoals kinderen die haar meestal pesten een hele nacht opsluiten. Tussen het verhaal door lees je over de gesprekken die Dizzy (in de toekomst) met haar doctor heeft. Want uiteindelijk wordt ze helemaal overspannen van wat Big allemaal met haar doet.
Het eindigt allemaal dat Big moet verhuizen doordat ze een leraar op de een of andere manier met een mes in zijn buik heeft gestoken. Omdat ze hem heel saai vond. Dizzy wordt dan eindelijk normaal. Ze oefent op haar school om minder dromerig te zijn en een half jaar nadat Big verhuisd is, komt alles goed met haar.
Het is allemaal een beetje raar, want ze wordt steeds gedwongen om  dingen te doen die ze helemaal niet wil. En dan voel je je zo vervelend als je dat steeds leest. Ik zou dat nooit doen, zo helemaal meegesleept worden. Ik hou wel van lezen dus ik vond het niet stom ofzo, maar zou niet nog een keer zo´n soort boek lezen.
De kaft vind ik een beetje saai, het boek is leuker dan hoe het er uit ziet.

Gelezen door João (11 jaar)