Het gaat over een jongetje van ongeveer tien jaar. Hij heet
Pontus. Het speelt zich af in Amsterdam
in de 18e eeuw. Zijn vader is zeeman en is weg. Daarom woont hij in
een weeshuis. Pontus werkt op een vismarkt. Op een dag moest hij een bestelling
brengen om stipt vier uur. Nadat hij dat gedaan had zag hij in een steeg een
man liggen. Pontus dacht dat hij aan het slapen was maar toen hij dichter bij
kwam zag hij dat de man dood was. Opeens riep een man uit een steeg: “he”.
Pontus schrok en rende weg. De man dacht dat Pontus die man had vermoord. De
volgende dag wordt Pontus op gepakt en komt in de cel terecht. Daar weet hij te ontsnappen en vlucht naar
het huis waar hij de vorige dag die bestelling had gebracht. Hij mag daar
schuilen maar in ruil ervoor moet hij hen helpen met stelen want zij blijken
een boeven bende. Zijn vader zei altijd
stelen is voor lafbekken.
Het is een spannend en doorlopend boek.
Gelezen door Janieke (11 jaar)
Gelezen door Janieke (11 jaar)