De Sprookjes-Sprokkelaar
Paul van Loon & Laurentien van Oranje
Paul van Loon & Laurentien van Oranje
Het gaat over een meisje en een grootvader, die midden in het
bos leven. Het meisje is nog nooit in het dorp geweest waar ze niet zo ver
vandaan wonen. Maar dan, op een dag verteld de grootvader aan zijn kleindochter
dat er midden in het bos een kasteel ligt met daarin een magische bibliotheek.
De eerste paar keren vindt ze het kasteel wel maar de bibliotheek niet. Ze
vraagt hulp aan haar grootvader maar die zegt dat ze de bibliotheek zelf moet
vinden. Hij geeft haar wel een takje en zegt daarbij: dit takje zal je de weg
wijzen naar de bibliotheek.
Dan vindt ze ook de bibliotheek, gaat lezen en ze blijft maar
lezen want ze wordt helemaal in het verhaal gezogen. Het is net als of ze het
zelf beleeft. Uiteindelijk komt ze pas in de avond terug.
Die dag daarna mag ze van haar grootvader naar het dorp.
Ze
ziet alle mensen treurig lopen. Ze rent naar de bibliotheek en pakt een boek en
ze gaat voorlezen, er komen steeds meer mensen kijken. Zelfs volwassenen
blijven kijken. Een jongen wilt wraak nemen, want hij was
altijd zo populair. Hij vertelt het aan zijn moeder en zijn moeder word kwaad.
( Ze is eigenlijk een heks.) Ze berijdt kruiden en laat het door de lucht
zweven. Het meisje ademt het in en kan geen woord meer uit haar keel krijgen.
Wil je de rest weten dan moet je het boek zelf maar lezen. Ik vind het boek een
beetje kinderachtig maar ik zou het aanraden voor kinderen tussen de 8 en 9 jaar.
Gelezen door Siebe (11 jaar)