27.12.11

Het holst van de nacht 2

Ik kon niet wachten om dit tweede boek uit de serie Morgen toen de oorlog begon te gaan lezen. En toen ik het in handen kreeg, genoot ik gelijk al van de omslag, wauw zoveel actie. Lekkerrrr! En ja, Het holst van de nacht vond ik nog spannender dan het eerste boek.
Het boek gaat verder waar het eerste boek is gebleven. Er is oorlog in Australie. Zes vrienden (Ellen, Lee, Fi, Homer, Robyn en Chris) waren uit kamperen op een plek midden in de wildernis (‘Hell’), toen er oorlog uitbrak in hun land. Iedereen was opgepakt, behalve zij. Ze doen alles om uit handen van de bezetters te blijven en proberen zelfs met gerichte acties de ‘slechteriken’ te saboteren. Juist door deze acties vind ik het boek heel spannend. Ik zal een stukje overschrijven uit het boek dan merk jezelf wat ik bedoel met spannend. De vrienden willen de dure huizen van de bezetters verwoesten. ....

“Na tien minuten hoorde ik het geknerp van marcherende voeten over de weg. De bewaker hoorde het ook en liet zijn waakzaamheid plotseling varen en liep naar de hoek van het huis. Ik hoorde een trillend fluitje in de verte en de bewaker maakte zich zonder achterom te kijken uit de voeten. Ik had geen tijd meer om voorzichtig te doen. Ik stond meteen op en liep snel naar de achterdeur. Als er een deur op slot zat, hadden we afgesproken, dat we naar eigen goedvinden zouden handelen: of we zouden het opgeven of we zouden met een hand het raam stuk moeten stoten. (...). Toen ik de deurkruk omdraaide en duwde, viel de hele deur er bijna uit. Het was zo donker binnen dat ik de zaklantaarn moest gebruiken. In het zwakke, rozige licht zag ik een rij laarzen, zodat ik wist dat ik achterin het halletje stond. Ik liep snel door naar de keuken. Ik rende naar de eetkamer, terwijl het zweet me overal uitbrak. Daar vond ik wat ik zocht: een gaskachel. Ik draaide hem helemaal open en stopte de tijdklok en de broodrooster in een stopcontact. Ik had de klok op een geschatte tijd ingesteld, zoals we allemaal, voor het geval we teveel haast hadden om hem op de seconde in te stellen. Op dit moment wist in niet hoeveel tijd ik nog had, maar ik was veel te bang om daarover na te denken, en eerlijk gezegd ook veel te bang om daar mee bezig te zijn.Ik controleerde wel de losgesneden gloeidraadjes in de broodrooster: als de twee losse eindjes niet dicht genoeg bij elkaar waren, zou er geen vonk ontstaan en zou dit alles voor niets zijn geweest. Het gas stroomde de kamer in en ik probeerde het niet in te ademen. Het stonk vreselijk. Het was angstaanjagende hoe snel het gas zich verspreidde. (...). Ik rende naar de woonkamer, daar was nog een kachel, prima. Openzetten. Heb ik tijd om naar de hobbykelder te gaan? En de studeerkamer? Ja. Eentje in elk geval. De hobbykelder. Daar zette ik de derde kachel ook helemaal open. Zelfs bij de achterdeur rook ik gas. Ik kon het me niet veroorloven om nog langer te wachten, om voorzichtiger te zijn. Ik rende de straat uit. Daar stonden de anderen al op mij te wachten.Toen reden we allemaal weg op onze fietsen.Toen we de straat uit en de bocht om waren, gebeurde het. De ontploffing. De missie lijkt volbracht.” (p. 278 e.v.)

Dit is allemaal geschreven in de ik-vorm. Als je zo kijkt, lijkt mij het echt spannend om die ik-persoon te zijn (al is in dit stukje de ik-persoon Ellen :-)). Houd je van actie en van spanning, dan kan ik je dit boek echt aanrader!!!

Gelezen door Joep